Stichting Garantiefonds Bouw & Infra

Statuten Stichting Garantiefonds Bouw & Infra

U kunt ook de statuten downloaden als printbaar PDF bestand.

Artikel 1 - Naam en zetel

  1. De stichting draagt de naam ‘Stichting Garantiefonds Bouw & Infra’.
  2. De stichting is gevestigd te Nieuwegein.
  3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.

Artikel 2 - Definities

In deze statuten wordt verstaan onder:
  1. Garantiefonds: de in artikel 1 genoemde stichting, waarin wordt deelgenomen door de in de Federatie deelnemende verenigingen;
  2. Federatie: de Aannemers Federatie Nederland Bouw & Infra;
  3. Deelnemende verenigingen: in de Federatie deelnemende verenigingen;
  4. Deelnemers: de leden van de in de Federatie deelnemende verenigingen;
  5. Destuur: het bestuur als bedoeld in artikel 5 van de statuten;
  6. Reglement: een reglement als bedoeld in artikel 8 van de statuten;
  7. Uitvoeringsorganisatie: Gemeenschappelijk Belangencentrum Bouw & Infra – GBC gevestigd te Nieuwegein.

Artikel 3 - Doel

Het Garantiefonds heeft ten doel het bestrijden van omzetderving bij verzuim wegens onwerkbare dagen of de directe gevolgen daarvan in de bouwnijverheid te bestrijden,
in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen in artikel 2 lid 6 genoemde reglement

Artikel 4 - Middelen

  1. De geldmiddelen van het Garantiefonds bestaan uit:
    a. Het stichtingskapitaal.
    b. De bijdragen die ter uitvoering van het doel van het fonds jaarlijks door de deelnemers worden opgebracht op de wijze als nader bij reglement(en) is bepaald.
    c. Renten.
    d. Eventuele overheidssubsidies.
    e. Eventuele andere baten.
  2. De deelnemer is een bijdrage aan het Garantiefonds verschuldigd zoals nader is aangegeven in het reglement.

Artikel 5 - Bestuur

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie leden die de in het Garantiefonds deelnemende verenigingen vertegenwoordigen.
  2. De deelnemende verenigingen kunnen ieder een lid voordragen voor benoeming.
  3. De leden worden benoemd door het bestuur.
  4. Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester.
  5. De leden worden benoemd voor een periode van drie jaar en zijn herbenoembaar. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. In onvoorziene omstandigheden kan hiervan worden afgeweken.
  6. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
  7. De deelnemende vereniging die een bestuurslid benoemt, kan te allen tijde die benoeming intrekken en in plaats daarvan een ander tot bestuurslid benoemen. Deze treedt in het rooster van aftreden in de plaats van het afgetreden lid.

Artikel 6 - Bestuursvergaderingen

  1. De agenda voor de vergaderingen van het bestuur wordt met eventuele bijlagen door de uitvoeringsorganisatie voor de vergadering aan de leden toegezonden. Stukken en voorstellen die zijn ingekomen nadat de agenda is verzonden, kunnen alleen in behandeling worden genomen, indien hiertoe met volstrekte meerderheid van stemmen besloten wordt.
  2. Bij uitzondering kunnen, in spoedeisende gevallen ofwel in gevallen waarin geen twijfel mogelijk is, door de voorzitter en de secretaris voorlopige beslissingen en maatregelen worden genomen, die in de eerstvolgende vergadering van het bestuur ter bekrachtiging worden voorgedragen.
  3. Over zaken wordt bij voorkeur mondeling en over personen schriftelijk gestemd.
  4. Alle besluiten worden, behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 14 van deze statuten, genomen met een volstrekte meerderheid van stemmen.
  5. Indien de stemmen staken wordt de beslissing tot de volgende vergadering uitgesteld. Indien op die vergadering opnieuw de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn afgewezen zo het een stemming over zaken betreft en zal, indien het een stemming over personen betreft, het lot beslissen.
  6. Medewerkers van de uitvoeringsorganisatie zijn gerechtigd bij bestuursvergaderingen aanwezig te zijn. Het bestuur kan besluiten over de aanwezigheid van derden tijdens de bestuursvergaderingen.

Artikel 7 - Bestuursbevoegdheden en vertegenwoordiging

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de zaken van de stichting, het beheer van haar vermogen, alsmede het innen van de gelden en het doen van uitkeringen. Het bestuur is bevoegd, met inachtneming van het in deze statuten bepaalde, tot alle rechtshandelingen met name ook tot het sluiten van die overeenkomsten, waarvoor het regelend recht een beperking kent.
  2. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het leden van het bestuur.

Artikel 8 - Reglementen

  1. Het bestuur kan voor de uitvoering van zijn taak een of meer uitvoeringsreglementen en een huishoudelijk reglement vaststellen.
  2. De reglementen mogen geen bepalingen bevatten welke in strijd zijn met deze statuten.

Artikel 9 - Mandaat

  1. Het bestuur kan uitdrukkelijk omschreven bevoegdheden mandateren aan de uitvoeringsorganisatie en/of aan het bestuur, al dan niet geheel uit zijn midden, benoemde paritaire commissies waarbij aan deze commissies toestemming kan worden verleend, volgens door het bestuur te stellen richtlijnen, een deel van deze bevoegdheden weer over te dragen aan de uitvoeringsorganisatie. De gemandateerde bevoegdheden worden door de commissies dan wel de uitvoeringsorganisatie uitgeoefend onder toezicht en verantwoordelijkheid van het bestuur.
  2. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitgevoerd.

Artikel 10 - Secretariaat

Het bestuur laat zich bij het uitvoeren van haar taak terzijde staan door de uitvoeringsorganisatie.

Artikel 11 - Besteding van middelen

De middelen worden op een door het bestuur vast te stellen wijze besteed aan de doelen van het Garantiefonds. De beleggingen zullen door het bestuur op een zodanige wijze geschieden, dat:
  1. Een redelijke spreiding naar aard en risico van de bezittingen en interesses wordt verkregen
  2. Een optimaal rendement wordt verkregen
  3. Geen belangrijk risico van blijvende vermogensverliezen wordt gelopen.

Artikel 12 - Begroting

  1. Uiterlijk in de maand december worden de begrotingen van inkomsten en van uitgaven voor het komende boekjaar door het bestuur vastgesteld.
  2. De begroting is ingericht en gespecificeerd volgens de in artikel 3 van de statuten omschreven bestedingsdoelen.
  3. De begroting van inkomsten en uitgaven is op aanvraag beschikbaar voor alle bij het Garantiefonds betrokken deelnemende organisaties.

Artikel 13 - Jaarverslag, rekening en verantwoording

  1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur van de stichting stelt jaarlijks een verslag op, dat een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de stichting aan het einde van het boekjaar en van de ontwikkeling daarvan gedurende het boekjaar, dat tevens is gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3 van de statuten omschreven bestedingsdoelen.
  3. Dit verslag moet zijn gecontroleerd door een externe door het bestuur te benoemen registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, uit welke stukken moet blijken dat de uitgaven conform de in artikel 3 van de statuten omschreven bestedingsdoelen zijn gedaan.

Artikel 14 - Statutenwijziging

  1. Het bestuur is bevoegd tot wijziging van de statuten.
  2. Tot wijziging van de statuten kan door het bestuur worden besloten in een speciaal daartoe uitgeschreven vergadering.
  3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts genomen worden, wanneer alle bestuursleden zich voor die statutenwijziging verklaren.
    Een besluit tot vaststelling of wijziging van de statuten wordt eerst van kracht nadat de bestuursleden benoemende organisaties als bedoeld in artikel 5 lid 2 hiervan op de hoogte zijn gebracht en hieraan hun goedkeuring hebben verleend. In verband met de voortgang van het proces wordt het uitblijven van een reactie binnen zes maanden beschouwd als een instemmende reactie.
  4. De wijziging van de statuten moet bij notariële akte tot stand komen.

Artikel 15 - Ontbinding en liquidatie

  1. Tot ontbinding van de stichting kan alleen worden overgegaan indien de deelnemende verenigingen daartoe unaniem besluiten.
  2. In geval van ontbinding wordt opgaaf gedaan aan het register waar de stichting was ingeschreven.
  3. In geval van ontbinding is het bestuur belast met de uitvoering van de liquidatie en alle daarbij behorende zaken, waaronder de bestemming van een eventueel batig saldo.

Artikel 16 - Slotbepaling

In alle gevallen waarin niet door deze statuten of de reglementen van de stichting is voorzien beslist het bestuur.
Login